Als we het hebben over ‘drukgeschiedenis’, bedoelen we de geschiedenis van gedrukte woorden. Parallel aan het drukken van woorden ontwikkelde zich echter het drukken van een ander notatiesysteem: dat van de muziek. Tekst en gedrukte partituren ontwikkelden zich parallel en deelden technologieën en vooruitgang, maar de publicatie van muziek in gedrukte vorm bracht complexiteiten en uitdagingen met zich mee die het evolutionaire pad soms deden afwijken.
Hieronder vind je de hoogtepunten van dit pad, waarin muzieknotatie meerdere keren is uitgevonden en opnieuw uitgevonden, zich ontwikkelend van een paar eenvoudige aanwijzingen over hoe de coupletten van een lied uit te spreken, tot een complex systeem dat in staat is precieze informatie te geven over noten, toonhoogte, ritme… voor een heel orkest.
Oudheid: de voorouders van moderne bladmuziek
De vroegste vormen van muzieknotatie zijn al te vinden voordat papier en perkament als schrijfmedium werden gebruikt. De vroegste vorm werd gevonden in een spijkerschrifttablet uit Babylonië (het huidige Irak), rond 2000 voor Christus. Vormen van muzieknotatie waren ook gebruikelijk in het oude Griekenland vanaf tenminste de 6e eeuw voor Christus, waarbij symbolen boven de lettergrepen informatie gaven over de toonhoogte.
Middeleeuwen: muziek in verluchte manuscripten
De uitvinding van de moderne muzieknotatie, met de systematische toepassing van het tetragrammaton (later vervangen door het pentagram), is te danken aan Guido Monk rond het jaar 1000. Hoewel muziek in de meeste gevallen voornamelijk mondeling werd overgeleverd, begon men binnen de abdijen muziek met de hand en met veel moeite over te schrijven in verluchte codices, vergezeld van kostbare illustraties en versieringen.
vergezeld van kostbare illustraties en versieringen.
Druk met losse letters: Ottaviano Petrucci en John Rastell
Met de uitvinding van de boekdrukkunst in de 15e eeuw werd de boekdrukkunst de meest gebruikte manier om teksten te produceren en te verspreiden, terwijl muziek bleef circuleren op handgeschreven manuscripten. Dit was deels te wijten aan het ontbreken van een uniforme en gedeelde muzieknotatie, maar vooral aan de technische moeilijkheid van het integreren en uitlijnen van noten en muzikale lijnen, naast een mogelijke tekst. Vaak werden de lijnen met de hand toegevoegd voor of na het drukken van de muziek. Andere keren werden de lijnen gedrukt en voegden de scribenten er met de hand noten en teksten aan toe. Ottaviano Petrucci, een van de meest innovatieve muziekdrukkers rond de 15e en 16e eeuw, gebruikte een systeem waarbij de lijnen, tekst en noten in drie opeenvolgende stappen werden afgedrukt. De resultaten waren schoon en elegant, maar het proces duurde te lang en was te moeilijk – het nauwkeurig uitlijnen van de drie afdrukken vereiste grote vaardigheid – en was niet reproduceerbaar op grote schaal. In 1520 bedacht de Engelsman John Rastell een ander model waarbij lijnen, woorden en noten allemaal deel uitmaakten van hetzelfde teken en er dus maar één afdruk nodig was. Deze methode kreeg de voorkeur boven die van Petrucci, zij het met minder nauwkeurige resultaten, en verspreidde zich door Europa, waar het de standaard werd tot de invoering van de kopergravure in de 17e eeuw.
Plaatgravure: de meest gebruikte methode tot aan de moderne tijd
De beperking van beweegbare lettertypes lag in hun statische aard, waardoor het onmogelijk was om veel van de details van handgemaakte manuscripten te dupliceren. Drukkers wendden zich daarom tot andere druktechnieken, waaronder graveren. Bij dit proces werden lijnen, noten en tekst direct op de plaat gegraveerd, die vervolgens werd geïnkt en gebruikt om op papier af te drukken. Het drukresultaat was van zo’n hoog niveau dat muziekuitgevers zoals G. Henle Verlag tot het jaar 2000 bladmuziek met de hand bleven graveren.
In het begin werden de platen vrij met de hand gegraveerd. Later werden speciale gereedschappen ontwikkeld voor verschillende elementen.
- Beitels voor bladmuziek
- Elliptische burijnen voor crescendo en diminuendo
- Platte burijnen voor het binden van extra sneden
- Ponsen voor noten, toetsen, wijzigingen en letters
Plaatgravure was de methode bij uitstek voor het drukken van bladmuziek tot het einde van de 19e eeuw, toen het verval werd ingeluid door de ontwikkeling van de fotografische technologie.
Handschrift: het belang van handnotaties
De ontwikkeling van het drukken van bladmuziek droeg bij aan de standaardisatie van muzieknotatiesymbolen, waardoor er weinig ruimte overbleef voor de onvermijdelijke variaties die het gevolg waren van handmatige transcriptie. Toch bleven componisten hun muziek met de hand schrijven, voordat ze het aan een kopiist gaven en vervolgens aan een drukker voor distributie.
Met de verspreiding van de gravuredrukkunst werden bladmuziekbladen met reeds gedrukte lijnen waarop noten geschreven konden worden gemeengoed. In de 20e eeuw werden partituurbladen soms afgedrukt op calqueerpapier of sluierpapier, wat het voor de componist makkelijker maakte om het werk te corrigeren en te reviseren, en wat het ook mogelijk maakte om het schrift in meerdere exemplaren te reproduceren door middel van een fotografisch belichtingsproces. Als het gebruikte papier ondoorzichtig was, moest het een fijne textuur hebben zodat de inkt niet zou uitzetten. De inkt was altijd strikt zwart.
Computers en bladmuziek: muzieknotatiesoftware
Net als vrijwel elk ander proces hebben computers ook een revolutie teweeggebracht in de manier waarop bladmuziek wordt geschreven en geproduceerd. Er bestaat nu muzieknotatiesoftware (zoals Finale of Sibelius) waarmee je bladmuziek kunt typen, bewerken en afdrukken, net als met een tekstverwerkingsprogramma. Muzieknotatiesoftware vergemakkelijkt verschillende aspecten, zoals het maken van correcties, het extraheren van partijen voor het orkest, het transponeren van muziek tussen verschillende instrumenten, het veranderen van de toonsoort van een stuk en vele andere taken. Met sommige software kun je zelfs muziek testen door digitaal instrumenten te bespelen die je een idee geven van hoe een echt instrument zal klinken.
Er blijven zich verschillende methoden ontwikkelen om muziek weer te geven. Sommige als alternatief, of als ondersteunende methode, voor bepaalde instrumenten. Er zijn bijvoorbeeld pictogrammen voor blaasinstrumenten, die de gaten aangeven die moeten worden afgedekt, of verschillende systemen voor percussie-instrumenten, die geen noten van een precieze toonhoogte produceren. Ook voor de gitaar, tegenwoordig een veelgebruikt instrument, bestaan er alternatieve notatievormen.
In ieder geval is de standaardisatie van muzieknotatie in partituurvorm een grote verworvenheid in het westerse muziekonderwijs. Eeuwenlang heeft de boekdrukkunst ernaar gestreefd en geprobeerd om de notatie zo nauwkeurig mogelijk mechanisch te reproduceren, maar aan de andere kant is het ook door de boekdrukkunst zelf dat de standaardisatie van zo’n complex systeem mogelijk is geworden.