“Zoals alle grote uitvindingen veroorzaakte de prentbriefkaart een stille revolutie in onze gewoonten. Het bevrijdde ons stiekem van het gezwoeg om brieven te schrijven. Er zijn echter nog steeds mensen in leven die zich de dagen kunnen herinneren dat het als noodzakelijk en zelfs aangenaam werd beschouwd om brieven te schrijven naar vrienden. Het waren momenten van ontspanning. Gelukkig heeft de ansichtkaart de moderne schrijver van deze slavernij bevrijd. Als iemand vroeger naar het buitenland reisde, moest hij veel tijd besteden aan het schrijven van omslachtige beschrijvingen van zijn reis aan zijn vrienden thuis. Nu koop je gewoon op elk station een ansichtkaart, krabbelt een paar woorden met potlood en verstuurt die, wat het plezier van reizen nog groter maakt.
Met deze woorden beschreef de Londense journalist James Douglas het belang van ansichtkaarten als communicatiemiddel, slechts 20 jaar na hun verschijning in 1893. Het was 1 oktober 1869 en de eerste ‘korrespondenz-karte’, een correspondentiekaart, verliet de Oostenrijkse stad Perg en arriveerde de volgende dag in Kirchdorf. Het bericht was kort en persoonlijk: de afzender vroeg de ontvanger om hem te bezoeken.
Het doel van de eerste ansichtkaarten was eigenlijk niets anders dan kostenbesparing. Eerder dat jaar had Emanuel Herrmann, een Oostenrijkse econoom, een voorstel ingediend bij de minister van Handel voor de introductie van deze nieuwe manier van correspondentie, dat ook werd gepubliceerd in de krant ‘Neue Freie Presse’. Het idee was om kleine kaarten met korte teksten, zoals aankondigingen, wensen of groeten, tegen een betaalbare prijs te versturen. Ze zouden zonder envelop reizen, met de postzegel al gedrukt, het adres zou aan de ene kant worden geschreven en de boodschap aan de andere kant. Door hun gebruiksgemak zouden ze zelfs een markt openen voor mensen met een basisniveau van lezen en schrijven. Het voorstel werd verwelkomd door Adolf Maly, directeur van de Wiener Post und Telegraphs, die al snel toestemming gaf voor de verspreiding van ansichtkaarten per post.
Ansichtkaarten over de grenzen
Tegenwoordig wordt algemeen erkend dat Herrmann de eer deelt met Heinrich von Stephan, postmeester van het Duitse Rijk. In 1865 sprak de ambtenaar op een internationale postconferentie over de introductie van het ‘postblatt’, zoiets als het ‘open postblad’, in de vorm van een chequeboekje, als een veel goedkopere en praktischere manier van communiceren dan, naar zijn mening, de inmiddels verouderde brieven. Het idee kreeg echter geen vervolg. Net als de particuliere briefkaart, d.w.z. niet uitgegeven door de staat, van het Noord-Amerikaanse bedrijf H.L. Lipman, dat het patent al sinds 1861 had, maar moest stoppen met drukken vanwege het uitbreken van de Burgeroorlog.
De populariteit van dit nieuwe medium was onmiddellijk en het aantal postkaartdrukkers groeide snel over de hele wereld, van Chili tot Japan. Bovendien werd in 1874 in Bern het eerste congres van de Algemene Postvereniging gehouden, de voorloper van de Wereldpostvereniging, een orgaan van de Verenigde Naties dat belast is met het bevorderen van internationale samenwerking op postaal gebied. Zo begonnen brieven en ansichtkaarten grenzen te overschrijden zonder zich te hoeven aanpassen aan de wetten en tarieven van elk afzonderlijk land.
Geboorte van ansichtkaarten
Geen van deze vroege ansichtkaarten bevatte illustraties of foto’s, maar hun potentieel werd al snel gezien. Hoewel het moeilijk is om het precies te definiëren, wordt 1893 vaak genoemd als het jaar waarin ansichtkaarten op de markt kwamen voor verkoop aan het publiek tijdens de Wereldtentoonstelling in Chicago.
De hausse van ansichtkaarten hield rechtstreeks verband met de eerste decennia van het massatoerisme. Reizigers wilden foto’s delen van de plaatsen en monumenten die ze bezochten. Een van de vroegste voorbeelden is dat van de ouders van prins Edward van York, die hem in 1896 een souvenir van de Eiffeltoren in Parijs stuurden.
In diezelfde jaren deed de fotografie zijn intrede in de wereld van de ansichtkaarten, een fenomeen dat zijn volle expansie beleefde toen de Britse posterijen in 1902 toestonden dat berichten werden geschreven op de helft van de zijde die normaal was gereserveerd voor het adres. Hierdoor kon de vrije achterkant worden opgevuld met een afbeelding.
De hobby van het verzamelen van ansichtkaarten
“De ‘ansichtkaartengekte’, zoals de pers het in die tijd noemde, leidde er niet alleen toe dat de maatschappij landschappen, portretten, tentoonstellingen, koninklijke bezoeken, humoristische taferelen of zelfs actuele gebeurtenissen ging afbeelden, maar ook dat het verzamelen van deze stukjes karton een hobby werd. Zo werd in 1897 in Neurenberg de World Association Kosmopolit opgericht, een club van verzamelaars van ansichtkaarten die actief was tot de Eerste Wereldoorlog en op zijn hoogtepunt alleen al in Duitsland meer dan 15.000 leden telde.
Vandaag heroveren duizenden mensen over de hele wereld de oorspronkelijke geest van deze vorm van communicatie met het zogenaamde ‘postcrossing’ of postkaartketens. De werking is dezelfde als vroeger, met dit verschil dat het internet nu wordt gebruikt om postkaartliefhebbers met elkaar in contact te brengen.