De posters die filmgeschiedenis maakten
Vanaf de eerste Franse posters aan het eind van de 19e eeuw tot nu is de geschiedenis van de filmposter verweven met die van de filmindustrie en de beeldende kunst in het algemeen. Tot de Tweede Wereldoorlog waren affiches een van de belangrijkste middelen om reclame te maken voor films en droegen ze in belangrijke mate bij aan het succes ervan. Na verloop van tijd werden affiches begeerde verzamelobjecten.
De oorsprong van de filmposter
De eerste filmaffiches verschenen in Frankrijk aan het einde van de 19e eeuw, met de geboorte van de cinema zelf. Jules Chéret en Marcellin Auzolle begonnen de uitvinding van de gebroeders Lumière te promoten in de typische Art Nouveau-stijl, gekenmerkt door litho’s met felle kleuren en tot in het kleinste detail geïllustreerde personages.
De zogenaamde ‘bioscoopschilders’ hadden de taak om de film uit te beelden door middel van een in het oog springende illustratie die de aandacht kon trekken van mensen die langs de bioscopen of bij de reclameborden liepen. De gedetailleerde beschrijving van de toeschouwers en scènes van de film diende om het publiek te laten weten of de film al dan niet geschikt was voor het hele gezin, en tot welk genre de film behoorde.
In deze periode werd vaak de stockposter gebruikt, een poster die voor verschillende evenementen kon worden gebruikt en waarop van tijd tot tijd informatie over de voorstelling werd toegevoegd. Een voorbeeld hiervan is de poster hieronder van Adrien Barrère, waarin de witte ruimte van het scherm werd vervangen door een scène uit de film.
De verspreiding van de filmposter in de VS
Met de opkomst van Hollywood na de Eerste Wereldoorlog en de verspreiding van de eerste speelfilms, begon de filmposter de cast (of hoofdrolspeler), de naam van de regisseur, de titel van de film en een samenvatting van het plot af te beelden. Voor de productie werd nog steeds kleurenlithografie gebruikt, de enige druktechniek die, hoewel duur, illustraties van hoge kwaliteit mogelijk maakte. Op posters stonden vaak portretten van de verschillende acteurs, maar in het geval van sterren als Charlie Chaplin, Marlene Dietrich, Marylin Monroe of Audrey Hepburn werd de hele ruimte gereserveerd voor hun portret, wat het fenomeen filmsterrendom aanwakkerde.
Posters die filmgeschiedenis schreven
In het Amerika van de jaren 1950 begonnen regisseurs als Otto Preminger, Billy Wilder en Alfred Hitchcock hun films onafhankelijk te produceren en te promoten, waarbij ze vertrouwden op het werk van Saul Bass. Deze Amerikaanse ontwerper begon de hele visuele identiteit van hun films te ontwerpen, van de creatie van de openings- en eindcredits tot de posters, en introduceerde een compleet nieuwe stijl, gekenmerkt door een minimalistisch en sterk suggestief ontwerp. Voor het eerst in de geschiedenis van de filmposters was Bass in staat om de betekenis van de films samen te vatten door middel van een symbolische taal van primaire kleuren en gedurfde geometrische vormen.
Een van zijn beroemdste werken was de inleidende sequentie van Otto Premingers film ‘Anatomy of a Murder’ uit 1959. Hierin begonnen de stukken die de omtrek van een lijk vormden in en uit het scherm te schuiven, waarbij de titels werden benadrukt die afwisselden op het ritme van jazz. Bass gebruikte hetzelfde grafische concept voor de poster van de film.
Even beroemd zijn de inleidende sequenties en bijbehorende posters voor Hitchcocks films ‘Vertigo’, ‘North by Northwest’ en ‘Psycho’. De originele en opvallende afbeeldingen van Bass hebben ongetwijfeld bijgedragen aan de bekendheid van deze regisseurs.
In de jaren 1940 en 1950 vestigde de neorealistische beweging zich in Italië: regisseurs als Luchino Visconti, Vittorio De Sica en Roberto Rossellini lieten zich inspireren door eigentijdse verhalen om het leven van gewone mensen in het Italië van na de Tweede Wereldoorlog weer te geven. Voor deze films kozen de Italiaanse affichekunstenaars voornamelijk aquarelportretten die een scène uit de film uitbeelden, of herwerkten ze het plot op een vrijere manier. Anselmo Ballester en Ercole Brini tekenden enkele van de beroemdste posters uit die tijd. In de poster voor ‘Bicycle Thieves’ koos Brini bewust voor een ‘lieflijk’ beeld met delicate kleuren, alsof hij de grimmige werkelijkheid die in de film werd afgebeeld wilde verzachten.
Vanaf de jaren 1960 zette de verspreiding van televisie Hollywood-regisseurs ertoe aan om zich toe te leggen op ambitieuze filmproducties, waarbij ze enorme sommen geld investeerden om zoveel mogelijk kijkers naar de theaters te lokken. In deze periode introduceerde de Engelse kunstenaar Philip Castle een compleet nieuwe techniek in de wereld van het posterdesign: de airbrush. Dit gereedschap maakte het mogelijk om zeer scherpe en gedetailleerde afbeeldingen te maken, perfect voor het grimmige realisme van films als ‘A Clockwork Orange’ en Stanley Kubrick’s ‘Full Metal Jacket’. Castle tekende enkele van de meest iconische posters uit de filmgeschiedenis.
Tegelijkertijd begon de Amerikaanse illustrator Bob Peak de airbrush te gebruiken om een aantal van de beroemdste films van de jaren 1960 en 1970 af te beelden, van ‘Apocalypse Now’ tot ‘Star Trek’.
De opkomst van de fotoposter
De uitvinding van videorecorders in het begin van de jaren 1980 en de daaropvolgende komst van het internet en betaaltelevisie in de jaren 1990 duwden de filmposter naar nieuwe standaarden. Met de komst van digitale beeldverwerkingsprogramma’s verving de fotografie volledig de illustratie en begon men een gestandaardiseerde compositie te gebruiken voor posters, gekenmerkt door de gezichten van de hoofdpersonen (of de hoofdster) en een paar beelden uit de film, vaak met een kouder en aseptischer resultaat. Er zijn echter een paar opmerkelijke voorbeelden, waaronder de poster voor ‘Kill Bill’ uit 2003, met zijn ietwat retro-achtige illustratie, en die voor ‘Moon’, de sciencefictionfilm van Duncan Jones uit 2009, die een zeer geslaagde mix van graphics en fotografie gebruikt.